In de 80ér jaren waren er veel elektronica hobbyisten die het als zendpiraat aandurfden om een zender in de lucht te brengen, onder het mom: “Hoe krachtiger, hoe leuker !”.
Dat het met enkele watts al mogelijk om op de Korte Golf de wereld rond te komen, is het voor de MG echt een ander verhaal. Om op de MG een groot zendbereik te krijgen moet je toch echt een krachtige zender inzetten.
Op deze pagina kun je als voorbeeld zien, hoe een serieuze elektronica fanaat zijn krachtige MG zender ontwierp en in de lucht bracht. Daarbij geldt als vuistregel, dat de aansturing van een MG zender de audio versterker net zo zwaar moet zijn als de zender eindtrap om verzekerd te zijn van 70% modulatie diepte !
Hoe het allemaal begon… mijn eerste buizenradio
De radioliefde begon in de zomer van 1975, ik was toen 13. Tot op dat moment was ik in mijn vrije tijd vooral bezig geweest met dingen waar jongens van 13 in 1975 zoal mee bezig waren; voetballen en kastie spelen, in de natuur rondstruinen, knutselen in de schuur met de fiets en andere technische dingetjes.
Een oom van mij, die in het zelfde dorp woonde vertelde mij op een dag dat oma een nieuwe moderne radio had gekregen, er zat fm op (ik had geen idee wat dat was). En haar oude toestel mocht ik hebben maar die moest ik dan wel zelf ophalen. Ik ging met de fiets naar oma en zij gaf mij haar oude radio; een groot Duits toestel, er stond Telefunken op. (plaatje)
Ik bedankte haar, plaatste het op de drager van mijn fiets en liep er mee naar huis. Het moment dat ik het in mijn slaapkamer inschakelde was het moment dat mijn vrije tijd nooit meer hetzelfde zou zijn. Ik was gefascineerd door alle exotische namen op de verlichte glazen schaal, het beste moest echter nog komen; de achterplaat heb ik er af gehaald en ik zag buizen die van binnen rood gloeiden en een grote ovalen luidspreker waar vooral ‘s-avonds stemmen in verschillende talen uitkwamen.
Op zolder hing een lange koperen draad, die had mijn vader er ooit gemonteerd voor een betere ontvangst van Hilversum. Toen ik deze draad eenmaal aan de radio had aangesloten werd het nog veel interessanter want de ontvangst werd beduidend beter. In die tijd was er geen storing op middengolf, dus hoe langer de draad, hoe beter de ontvangst.
De piratenzenders
Vanaf dat moment zat ik regelmatig ‘s-avonds naar buitenlandse zenders te luisteren en uiteraard naar de zeezenders die toen actief waren; Radio Noordzee en Radio Veronica. Zo verstreken er jaren van ‘s-avonds veel luisteren naar de radio. Tot ik, op een avond, min of meer bij toeval helemaal aan het eind van de middengolf Nederlandse muziek hoorde en een stem die in Achterhoeks dialect nota bene er tussen door praatte! Ik besefte al gauw dat ik een locale geheime zender had ontvangen, mijn interesse was gewekt en ik luisterde vanaf dat moment zo veel mogelijk naar die clandestiene zenders.
Mijn ouders hadden een verzameling boeken uit de collectie “Wereld der Wetenschap”, met name 1 boek trok mijn aandacht; “Draadloze Energie”, hierin werd de werking van radiobuizen uitgelegd. (plaatje of foto) Verder stonden er schema’s van zelf te bouwen ontvangers en zenders in. Inmiddels had ik al een behoorlijke verzameling onderdelen uit sloop televisies en radio’s en ik ging aan het experimenteren.
Het zelfbouw zendertje
Het eerste zendertje was met een buisje, een ECC85, waarmee ik met een zelf gewikkelde spoel op een stuk pvc buis een signaal op middengolf wist te maken. Het geheel was gemonteerd op een plaatje van asbest, in de huidige tijd niet voor te stellen, maar destijds was het gevaar onbekend. (plaatje) Het vermogen kon ik niet meten, maar ik vermoed dat er hooguit 2 of 3 watt uit moet zijn gekomen. Via een uitgangstransformator uit een sloopradio sloot ik een bandrecorder aan en zo had ik (een soort van) AM modulatie. De draad op zolder sloot ik op dat zendertje aan en ik ging met de fiets en een klein transistor ontvanger op pad om te kijken hoe ver het signaal kwam. Dat was schrikken want het signaal was kilometers verderop nog hoorbaar!.
Nu was het tijd om ‘s-avonds een keer dat zendertje in te schakelen, en een microfoon aan te sluiten om te kijken of andere geheime zenders mij konden ontvangen. Dat duurde niet lang, een piraat uit ‘s-Heerenberg “de Zwarte Adelaar” kon mij ontvangen! Ik was dolblij, maar hoe kwam ik in contact?
Geheime zenders
Ik kende de persoon achter die geheime zender niet, en hij gaf via de radio geen adres of telefoonnummer door vanwege het feit dat uitzenden op middengolf nu eenmaal illegaal is en hij zichzelf niet prijs wou geven.
Omdat ik erg graag in contact wilde komen noemde ik toch maar mijn telefoonnummer via de zender (08350 5301), mail en whatsapp bestond in de jaren 70 nog niet. De man belde mij op, ik noemde mijn adres, we maakten een afspraak en enkele dagen later kwam hij bij mij op bezoek. Hij verbaasde zich over het zendertje wat ik in elkaar geknutseld had en zei dat ik zijn apparatuur maar eens moest bekijken.
Dus enkele dagen later op de bromfiets naar ‘s-Heerenberg. Daar kwam ik in contact met diverse piratenstations en zag ik zelfbouwzenders met grote spoelen en afstemcondensatoren en o.a. 807 buizen. (plaatje) Ze vertelden mij dat ze de spullen gingen halen bij Natasha Dump bij Deventer en Nooitgedacht dump in Exel.
Grotere zenders
In 1978 ging ik regelmatig met de Zundapp naar de dumpwinkels om onderdelen te kopen. Daarmee was ik in staat zenders te bouwen met wat grotere vermogens; er werden alleen buizen gebruikt, geen halfgeleiders. De bekende pentode 807, en de triode VT4C uit de legerzender BC191 werden vooral gebruikt. Hiervoor werden voedingen gebouwd die 1.000 volt of meer konden geven, de zelfbouwprojecten waren niet zonder gevaar!
In kleuren televies werd destijds gebruikt gemaakt van penthodes type PL519 en via de sloop van enkele afgedankte TV’s had ik de beschikking over een paar van die buizen. Deze bleken uitermate geschikt om een middengolf zender mee te bouwen. Het rendement lag een stuk hoger dan die van de triodes VT4C. (plaatje)
De techniek verbeteren
De eerste zenders bestonden vaak uit niet meer dan 1 buis die als Hartley oscillator werd opgebouwd. Op de spoel werd met een krokodilleklem op een aftakking de antennedraad aangesloten. Het resultaat was een instabiele zender; als de antennedraad door de wind bewoog dan varieerde de zendfrequentie! Het is duidelijk dat dergelijke zenders veel storing in de buurt veroorzaakten want alle harmonischen gingen rechtstreeks de antenne in.
De AM modulatie werd bewerkstelligt door via een transformator de hoogspanning op de anode van buis te varieren met het signaal uit een (buizen) versterker. Doordat de frequentie op zo’n 1-traps zender verieerde met de anodespanning zat er een tevens flinke fm-component in het signaal, dit noemden we toen “naast de draaggolf zitten”. Door het bouwen van 2 traps zenders werd dat al een stuk beter.
Met het toepassen van 3-traps zenders en gebruik maken van kristallen werd het signaal vele malen stabieler, de modulatie zuiver AM en de storingen minder. Al experimenterend kwam ik (en de mede piraten) stap voor stap verder.
Internationaal uitzenden
Ik zat regelmatig s-avonds met mijn 100 watt zender verbindingen te maken met mede piraten, dat heet “rapporten”, je zoekt een vrije frequentie, schakelt de zender in, draait 1 of 2 plaatjes en vraagt om verbinding. Meestal schakelden er wel een of meerdere medepiraten in die jou dan rapport bracht, we praten over eind jaren 70, begin jaren 80.
Het wemelde in die tijd van de clandestiene zenders, voornamelijk op middengolf en soms zat je met een half dozijn piraten te rapporten. Als je dan verbinding had met iemand op 50km afstand dan was je blij.
Ondertussen deden er berichten de ronde dat Nederlandse piraten met hun zelfbouw zendertjes in Scandinavie en Schotland ontvangen waren. Dat vond ik, en anderen, ongelooflijk. We zeiden dat de brieven waarschijnlijk door de betrokkenen zelf waren geschreven, aan vrachtwagenchauffeurs waren meegegeven en door hun in het buitenland op de bus waren gedaan.
Toch begon het te knagen, in het najaar van 1979 zat ik op een ‘s-nachts te wachten tot Radio Moskou op 1323 kHz hun zender precies om middernacht uitschakelde. Hierna schakelde ik mijn zender in op de vrij gekomen frequentie, ik draaide de pas gekochte elpee van The Pretenders, noemde tussen de nummers door in het Engels een paar keer mijn stationsnaam, Radio Torenvalk, en het postbusadres (postbus 36 in Gaanderen).
Een dag of vijf later ging ik met de bromfiets naar het postkantoor in Gaanderen en toen ik het postbus opende trof ik er enkele brieven aan uit diverse landen. Zweden, Noorwegen, Duitsland en Engeland. Het bleek dat men mijn bescheiden middengolf signaal ‘s-nachts op duizenden kilometers afstand kon ontvangen.
Legerzender
Toen ik wat guldens bij elkaar had gespaard kocht ik een complete zender, een legerzender uit de 2e wereldoorlog. Deze werd in die tijd veel gebruikt door middengolfpiraten, het was de BC191, beter bekend als de VT-kast, omdat er vier buizen VT4C in zaten. Deze zender was erg degelijk, hij was gebouwd voor een voeding van 1.000 volt maar het gebeurde dikwijls dat er 1.800 volt of meer op gezet werd om er wat meer vermogen uit te krijgen. Dit liep niet altijd goed af, bij zo’n 2.000 volt volgde er vaak een knal en was het zenden voorlopig even gebeurd. Deze apparaten konden wel goed gerepareerd worden. (plaatje)
De zender stond bekend om zijn goede AM modulatie (mits goed ingesteld), twee VT4C buizen zorgden via een transformator voor modulatie op de hoogspanning van de zendbuis. Het zendgedeelte bestond feitelijk uit een tweetraps zender, de oscillator was een hartley oscillator en de beide stuurroosters waren met elkaar verbonden. Zo was de stabiliteit ten opzichte van de zelfbouw zenders met 1 buis een stuk beter.
Nog beter werd het toen we experimenteerden met een kristaloscillator die we aansloten op de stuurbuis. Dat deze zender enorm degelijk en legerstandaard was dat bleek wel toen een buurtpiraat een keer bezoek kreeg ven de Radio Controle Diens (RCD) !. Hij liet zijn zender in de aaltkelder verdwijnen, toen de heren van de RCD onverrichter zake vertrokken werd de zender weer uit de aaltkelder gehaald, schoon gespoten en gereinigd. De buizen hadden het niet overleefd maar nadat de zender gedroogd en secuur gereinigd was en er nieuwe buizen in geplaatst waren deed deze het weer. Probeer dat eens met moderne apparaten!
Bezoek van de politie
Het regelmatig illegaal uitzenden op de middengolf bleef niet onopgemerkt, en ik kreeg in het voorjaar van 1980 bezoek van 2 agenten, ze kwamen overdag en ik was op dat moment op school. Mijn moeder stond ze te woord, de agenten vertelden dat ze klachten hadden ontvangen over clandestiene uitzendingen en dat ze genoodzaakt waren een huiszoeking te doen als die niet onmiddellijk werden gestaakt, daarna vertrokken ze weer. Toen ik thuis kwam van school heb ik de zender weg gebracht naar mijn zwager die kilometers verderop in Sinderen en geheel buitenaf woonde.
Daar heb ik een studiootje getimmerd naast een varkenschuur en de zender opgesteld. De antennedraad heb ik opgehangen vanaf de schuur tot bovenin een hoge populier, de lengte van deze draad was bijna 90 meter en de top was 20 meter hoog.
Grotere vermogens
De lange hoge antenne deed wonderen, het signaal was beduidend beter. En dat smaakte naar meer. Met veel vlijt ging ik aan de slag met meer buizen, met vier buizen PL519 op ca. 1.000 volt en een modulator met twee maal VT4C had ik ca. 500 watt. (plaatje) De nachtelijke uitzendingen gingen goed; na het nodige geëxperimenteer, bleken onder andere 1.508 en 1.094 kHz uitstekende frequenties om in heel Europa goed ontvangen te kunnen worden.
Kristallen
Het was in die tijd (jaren 80) nog niet zo dat we de beschikking hadden over PLL of DDS technieken. We gebruikten kristallen, en het liefst die grote zwarte uit de jaren 50, die kon je namelijk uit elkaar schroeven, het kristallen plaatje legde je voorzichtig op nat schuurpapier korrel 400 of 600 en met ronddraaiende bewegingen kon je de frequentie van het kristal aanpassen. Kristallen onder 1.500 kHz waren destijds niet te bestellen en die maakte je dus zelf door bijvoorbeeld een kristal van 1.060 kHz net zo lang te slijpen tot hij op 1.094kHz zat. Het was een secuur werk, als je te veel druk uitoefende dat brak het kristallen plaatje, sleep je te veel van het plaatje dan was de frequentie te hoog of het kristal deed niets meer!
Een andere truc was twee kristallen met de juiste verschilfrequentie parallel aan elkaar te solderen, bijvoorbeeld om 1.323 kHz te verkrijgen bestelde je de volgende kristallen: 2.000 kHz en 3.323 kHz. Dit gaf meer harmonischen en mengproducten dus die moesten er met extra kringen uitgefilterd worden om niet te veel storingen te veroorzaken.
Kortegolf
Het was een sport om zo ver mogelijk te komen met de zender, maar de nachtbrakerij op middengolf was natuurlijk wel een nadeel, ik moest vanuit mijn huis(ik was inmiddels verhuisd naar Kilder) ‘s-avonds laat met de bromfiets naar Sinderen, uitzenden en bij nacht en ontij weer terug naar huis. Ik besloot een zender te bouwen voor de kortegolf, daarmee zou je naar verluidt overdag enorme afstanden kunnen overbruggen.
De eerste zender was een dubbele PL519 die zo’n 150 watt draaggolf vermogen gaf, op een frequentie van 6.250 kHz, juist boven de 48m omroepband. De voor die frequentie veel te lange draad van 90m werd met een pi filter aangepast en de zender op een zondagmorgen ingeschakeld.
De brieven uit Europa kwamen enkele dagen later binnen en de resultaten waren niet slecht. De lange draad heb ik later vervangen door een dipool van 2 maal 11,5m; een inverted V. De resultaten waren uitstekend: op zo’n 200-500km hemelsbreed vanaf de zender was de ontvangst enorm goed!
Modulatie
Het nadeel van de buizenzenders met AM modulatie op de anode van de eindbuis is dat je altijd een modulator nodig had die ongeveer net zo veel vermogen moest kunnen geven als de zender. Omdat zo’n grote modulator een duur onderdeel is te ging ik aan het experimenteren met diverse buizen en modulatie op het remrooster, schermrooster en zelfs het stuurrooster. Uiteindelijk ging het met de bekende PL519 nog het beste; de anode op 1.000 volt en het schermrooster via een buis PL504 op zo’n 100 volt. Door het LF signaal op de PL504 te zetten kreeg je een modulatiediepte van 100% zonder dure transformatoren en modulatoren. Hier heb ik nog diverse jaren met goede resultaten op kortegolf mee uitgezonden.